top of page

De Nederlandse Schapendoes

Kennismaken met de schapendoes

Onder het nog steeds toenemend aantal hondenrassen dat op de Nederlandse tentoonstellingen uitkomt, is er één dat in verschillende opzichten een aparte plaats inneemt. Bij een eerste kennismaking met het ras zal het u opvallen hoeveel gemakkelijker en elastischer deze lichtgebouwde hond zich beweegt dan zijn verschijning op het eerste gezicht doet vermoeden.

Zijn overvloedige, afstaande beharing doet de schapendoes omvangrijker lijken dan hij in werkelijkheid is. Paradoxaal lijkt het voor een rashond, dat zijn charme juist schuilt in een wat rommelige verschijning. De ruige vacht en de manier van bewegen maken een kwajongensachtige indruk.

 

Vanuit deze levenslustige warboel kijken u twee ogen aan, waarvoor al menige hondenliefhebber door de knieën is gegaan. Het grote ronde expressieve oog heeft het ras een zekere faam bezorgd. Stelt u zich daarbij een vriendelijk, spontaan, maar wel wat eigenzinnig karakter voor en u hebt in grote lijnen een beeld van de schapendoes: de hondse editie van Ciske de Rat.

 

Bron: Kent u de schapendoes, uitgegeven april 1974

 

Karakter en opvoeding

Hoewel nog slechts een enkele does een taak heeft bij de schaapskudde, verloochent het ras ook als huishond zijn herdersafkomst niet. De schapendoes is bijzonder attent op de ‘bewegingen’ van zijn mensen.  Hij enthousiast en speels, hij uit dit door in het rond te springen en te blaffen. Attent, schrander, levendig en opgewekt, maar ook eigenwijs!

 

De opvoeding van de schapendoes moet consequent ter hand genomen worden, maar voor welke hond geldt dat niet? Begin vooral speels, maar vastberaden. Pak de does echter te hard aan en er zal van deze levendige hond niet veel overblijven. Zou je echter helemaal niets doen aan de opvoeding dan zal de hond onhandelbaar worden.

 

De schapendoes leert graag en gemakkelijk, maar hij kan ook bijzonder koppig zijn als hij ergens geen zin in heeft of als het te lang duurt of als er te vaak herhaald wordt. Als zijn baas hem de kans geeft zal hij hem met genoegen in de maling nemen.

 

De schapendoes heeft tot op late leeftijd veel beweging nodig. Hij heeft over het algemeen een groot uithoudingsvermogen en is geschapen voor het werken in de natuur. Zeker één uur per dag wandelen, rennen, en of spelen, dit bewegen houdt hem fit en voorkomt nervositeit. Schapendoezen zijn beweeglijke, snelle, alerte en gevoelige honden. Die gevoeligheid is afgestemd op de “delicate” aard van de schapen waarmee ze werkten.

Het is een hond die graag voor zijn baas werkt, dus een klein blokje om aan de riem is geen favoriet voor ze. De schapendoes is een vrolijke gezellige hond die zich erg goed aanpast aan verschillende omstandigheden, maar ook een hond die, als hij geen leiding krijgt het zelf gaat nemen. De schapendoes onderneemt graag van alles en nog wat met z’n baasje zoals wandelen, fietsen, lekker op bezoek gaan, of naar een cursus behendigheid en/of gehoorzaamheid. Samen lekker languit voor de buis is ook erg gezellig. Wanneer men het een schapendoes goed aanleert, dan kan hij zelfs alleen thuis blijven, al zal dit nooit een favoriete omstandigheid zijn, de does wil bij zijn baas zijn.

 

De schapendoes kan, mits weer goed aangeleerd, goed met kinderen overweg, maar kinderen moeten weten dat een schapendoes ook zijn rust nodig heeft. Laat kleine kinderen niet alleen met de hond.

 

Met andere huisdieren kan hij goed opschieten als hij aan ze gewend is.

 

Hij is van nature geen dominante hond en zal niet gauw een gevecht aangaan, maar laat zich ook niet op z'n kop zitten. Ook kan een schapendoes behoorlijk eigenwijs zijn en op z'n tijd Oost-Indisch doof. Opvoeden met een "harde" hand heeft geen zin, spelenderwijs geeft veel meer resultaat. Hij wil de baas namelijk erg graag een plezier doen, dus belonen (met een prijzend woord of een knuffel) werkt veel beter. Kortom, een schapendoes is een hele fijne hond die, zoals iedere hond, een consequente opvoeding nodig heeft en waar u een fijne kameraad aan heeft als u zich niet in de maling laat nemen door z'n eigenwijze apenstreken. Persoonlijk vind ik een schapendoes geen beginnershond. Ervaring met honden is zeker aan te bevelen. In vergelijking met bijvoorbeeld de bouviers en de Friese stabij die wij thuis hadden is een schapendoes moeilijker op te voeden. Schapendoezen gaan vaker hun eigen gang en zoeken de grenzen op. Soms gaan ze er over heen, daar moet je als baas tegen kunnen. Slaafse gehoorzaamheid kent de schapendoes niet. 

 

Bij de schapendoes zit enig verschil tussen een reu en een teef. Over het algemeen zijn reuen iets groter dan teven. Reuen zijn meestal tussen 46 en 50 cm. en teven meestal tussen 42 en 48 cm. Meer hierover: verschil tussen reu en teef

Verzorging

 

De schapendoes is in de regel geen grote eter. Over de samenstelling van het voedsel geeft elke fokker zijn eigen richtlijnen.

 

De vacht van de schapendoes bepaalt z'n verschijningsbeeld en kan plaatselijk wel 10 cm lang worden. De schapendoes hoort er zo "natuurlijk" mogelijk uit te zien, maar zijn vacht vraagt wel een regelmatige kambeurt, als hij ouder wordt gemiddeld eens per twee weken. Gebeurt dat niet, dan kan z'n vacht helemaal vervilten. Knippen hoort niet!

 

Houdt rekening met het feit dat wanneer u met uw schapendoes gaat wandelen in het bos, op het strand of waar dan ook, hij deze plek mee naar huis zal nemen in zijn vacht, zeker wanneer deze nat is.

 

De ideale schapendoeseigenaar:

 

  • vindt het niet erg als zijn does zand, takjes en bladeren in zijn vacht mee naar binnen sleept.

  • vindt het niet erg dat na het water drinken de does te volgen is door het hele huis omdat het water uit zijn baard drupt. 

  • vindt het niet erg als het bezoek luid toegeblaft en enthousiast besprongen wordt.

  • vindt het leuk om iedere dag allerlei activiteiten met zijn does te ondernemen en heeft de does niet slechts voor de sier.

  • vindt het leuk consequent, zonder autoritair over te komen, leiding te geven.

  • vindt het niet erg om de bank te moeten delen met een harige does

  • vindt het niet erg als er regelmatig een haar tussen de boterham of in het warm eten zit.

  • vindt het niet erg dat op (donkere) kleding altijd wel een verdwaalde haar van de does te vinden is.

  • kan lachen om een slimme, eigenwijze hond die van tijd tot tijd zijn eigen plan trekt.

 

Vindt u al deze zaken geen enkel probleem? Misschien bent u dan wel geschikt voor een schapendoes!

bottom of page