Marjolein Flobbe
Functional fitness
De ideale hond leeft lang en gezond.
Leven is bewegen: bewegen is fundamenteel aan het bestaan. Vrijwel alle dieren, ook honden, hebben beweging nodig om te overleven. Bewegen is niet altijd vanzelfsprekend, bijvoorbeeld als er sprake is van beperkingen door ziekten/aandoeningen of een trauma. Maar ook bij gezonde dieren kan er noodzaak zijn bewegen te optimaliseren met het oog op groei, prestatie, of het voorkomen van beschadiging.
De beste werkhonden combineren doelgericht gedrag met een fysieke gesteldheid die ze in staat stellen dat werk tot in de perfectie uit te voeren. Over gedrag van honden is erg veel geschreven, maar tot op heden gaan er weinig boeken over de lichamelijke achtergronden van deze prestaties.
Een windhond is tot andere dingen in staat dan een Jack Russel Terrier. Hun taken verschillen en dientengevolge verschilt hun karakter en lichamelijke aanleg. Het zijn andere honden in ieder facet van hun aanleg. Het is te eenvoudig te zeggen dat 'het allemaal honden zijn'. Een windhond is anders gebouwd en is dus genoodzaakt anders met zijn omgeving om te gaan. Zelfs als de terrier en de windhond een zelfde karakter zouden hebben, dan nog zouden ze anders reageren omdat hun lichaam anders gebouwd is. De lichamelijke mogelijkheid om met een enorme snelheid te sprinten heeft tot gevolg dat de windhond zijn omgeving anders waar neemt en dus zijn gedrag aanpast. Daarom is het bijzonder interessant om juist de ichamelijke eigenschappen van honden van nabij te bestuderen.
Ik wil me verdiepen in het onderbelichte gebied van lichamelijke aanleg en kwaliteiten, en het gat proberen te overbruggen met de kennis over het gedrag van honden. Training van honden wordt vaak toegesneden op hondenbezitters die hun hond zodanig willen veranderen dat hij aan hun wensen voldoet. Mijn doel is omgekeerd, om met alle facetten van de hond, lichamelijke aanleg en gedrag, te leren zien wat de hond eigenlijk doet, wat hij van je wil en van je begrijpt.
Op tentoonstellingen en shows wordt bij rashonden (ruim 1/3 van alle honden in Nederland) sterk gelet op uiterlijke kenmerken en zogenaamde schoonheid, de gezondheid van de hond wordt nauwelijks beoordeeld (keurmeesters hebben over het algemeen ook geen medische bevoegdheid hiertoe). De winnaars van zulke evenementen worden door fokkers bij voorkeur gebruikt als ouderdieren. Dit leidt snel tot een klein aantal dieren dat daadwerkelijk bijdraagt aan de volgende generaties rashonden. Wanneer de ouderdieren waaruit een ras gevormd is, drager zijn of waren van een erfelijke aandoening, of nog erger, lijders zijn/waren aan een erfelijke aandoening, kan deze eigenschap zich breed verspreid hebben in het ras. Een hoog inteeltpercentage leidt tot een hoog percentage van dragers en lijders aan de erfelijke aandoening. Bij veel rassen is momenteel de verwantschap tussen fokreuen en fokteven (te) hoog, wat voor steeds meer ernstige gezondheidsproblemen zorgt.
2/3 van de honden in Nederland zijn rasloze of stamboomloze honden. Over het algemeen hebben deze honden meer variatie in de genen dan rashonden, en daardoor wellicht minder gezondheidsproblemen, omdat er meestal niet bewust is geselecteerd op bepaalde kenmerken. Waarom kijken naar de bouw van de hond bij rashonden en rasloze honden:
-Bouw bepaald hoe de hond beweegt.
-Hoe de hond beweegt bepaald hoe de hond kan functioneren.
Specifiek voor rashonden:
-is de hond lichamelijk geschikt voor oorspronkelijke gebruiksdoel? “Functional fitness”.
-Is de hond geschikt om mee te fokken?
Waar kijk je naar bij beoordeling bouw:
Basic Canine Balance ‘taking different aspects of dog conformation into consideration’
-balans, type (bij rashonden), bouw, beweging.
Is de hond in balans: ”the correct specimen exhibits balance whether standing or in motion. Each part flows and fits smoothly into its neighboring parts without calling attention to itself”.
Bij rashonden bepalen keurmeesters en rasexperts of een hond aan bovenstaande voldoet, aan de hand van de rasstandaard.
Bijna alles van wat hiervoor beschreven is, gebeurt in de praktijk op gevoel, zonder zaken helder te omschrijven, te meten en vast te leggen.
Een fokker heeft in zijn hoofd een idee van wat hij als de ideale hond ziet, en zoekt hierbij ouderdieren die volgens hem of haar daarbij passen, kijkend naar het totale plaatje zonder afzonderlijke kenmerken te meten.
De onderwerpen fokkerij, gezondheid, gedrag & welzijn in de kynologie staan volop in de belangstelling. De maatschappelijke druk op de hondensector neemt sterk toe. De afgelopen jaren is er veel kritiek geweest vanuit de media, de maatschappij en de politiek. De kynologie moet meer waarde gaan hechten aan het fokken van gezonde honden die geen lichamelijke gebreken vertonen, gedrag vertonen dat aanvaardbaar is voor de omgeving en honden de mogelijkheid geven op te groeien in een omgeving waarin ze in alle facetten een hondwaardig bestaan kunnen leiden.
Er zijn in dit opzicht twee thema’s te onderscheiden die aandacht eisen:
Het extreme schoonheidsideaal, waardoor er inmiddels sprake is van schadelijke raskenmerken.
De smalle genetische basis van veel rassen, waardoor een groot aantal erfelijke aandoeningen binnen de populaties tot expressie (zijn) (ge)komen.
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat de genetische variatie binnen hondenrassen vermindert, terwijl het aantal evenals de frequentie van genetische aandoeningen stijgt. Daaruit kan geconcludeerd worden dat de stijging van ziektefrequenties verband houdt met een te eenzijdige fokselectiemethode binnen de rashondenfokkerij. Voor het terugdringen van schadelijke kenmerken en erfelijke aandoeningen zullen een aantal rasoverschrijdende met rasspecifieke maatregelen gecombineerd moeten worden om echt tot verhoging van de genetische variatie in de verschillende populaties te komen.
In de strijd tegen schadelijke kenmerken zou men bijvoorbeeld kunnen kijken hoe overtypering van de rasspecifieke kenmerken kan worden voorkomen. Daarvoor moet er een objectieve definitie komen van die subjectieve raskenmerken, die bij overtypering als schadelijk (kunnen) worden beschouwd. Er zouden bijvoorbeeld minimale anatomische verhoudingen kunnen worden beschreven om de functionaliteit en het welzijn van het dier te waarborgen.
Het effectief terugdringen van een schadelijk kenmerk staat of valt met een betrouwbare, gestandaardiseerde diagnose. De noodzaak van specifieke diergeneeskundige kennis om lijders, dragers en vrije dieren te identificeren kan de bestrijding ervan extra moeilijk maken. Preventieve screening is alleen mogelijk op basis van gestandaardiseerd onderzoek volgens helder beschreven protocollen. Daardoor wordt het mogelijk om op en voor de hond weinig belastende en voor de eigenaar betaalbare wijze zo veel mogelijk honden preventief te onderzoeken en data te verzamelen. Momenteel is dit via de afdeling Gezondheid, Gedrag en Welzijn (GGW) van de Raad van Beheer mogelijk voor
heup- en elleboogdysplasie
erfelijke oogaandoeningen
doofheid
patella luxatie
Voor het testen op overmatige angst en agressie bestaat de Maatschappelijk Aanvaardbaar Gedrag (MAG) test.
Voor een aantal erfelijke aandoeningen zijn DNA-testen beschikbaar, waarmee het ook mogelijk is naast lijders, ook dragers en vrije dieren te identificeren. Helaas ontbreekt het al jaren aan betrouwbare gegevens over erfelijke aandoeningen binnen Nederlandse rashondenpopulaties. De afdeling Gezondheid, Gedrag en Welzijn van de Raad van Beheer koppelt de gezondheidsuitslagen viermaal per jaar terug aan de rasverenigingen, die de uitslagen publiceren.
In een ideale situatie zouden van alle honden die deelnamen aan de preventieve screening, de uitslagen per generatie geanalyseerd moeten worden. Er is dringend behoefte aan een systeem waarmee de op feiten gebaseerde informatie kan worden verzameld die inzicht geeft in de situatie van de gezondheid en het gedrag van honden.
De opzet van een centrale gezondheidsregistratie in combinatie met een DNA-bank kan een machtig wapen vormen in de strijd tegen erfelijke aandoeningen binnen de Nederlandse rashondenfokkerij en daar buiten.
bronnen:
Duurzaam fokbeleid voor de kynologie.
Een studie naar de mogelijkheden voor centrale analyse van beoordelingen op erfelijke gebreken in Nederlandse rashonden populaties ter verbetering van fokbeleid. M.D.D. Westerhof, 2007.
Overwegingen rashondenfokkerij Raad van Beheer, Oktober 2008
Handboek Het fokken van rashonden, omgaan met inteelt en verwantschap, Raad van Beheer, 2012.
Hondse hoogstandjes - Inspannings- en bewegingsleer voor de hondensport - Marcel Nijland, 2003